Het Vlaamse Gewest legde eertijds een toevaargeul aan vanuit de zeesluis in Hingene naar de Schelde. Die toevaargeul is gelegen in de onmiddellijke nabijheid van drie bestaande pijpleidingen tussen Antwerpen en Feluy.
Na een uitgebreide briefwisseling tussen de verzoekende partijen en het Vlaamse gewest beslist de Vlaamse minister van openbare werken op 13 januari 1997 dat de drie pijpleidingen op kosten van de eigenaars van die leidingen moesten verplaatst worden.
De Raad van State volgde de verzoekende partijen in hun stelling dat het aan de federale overheid toekomt om te beslissen tot de verplaatsing van de gasleidingen (overeenkomstig artikel 9 Gaswet en het koninklijk besluit van 15 maart 1966). De Raad verwees naar artikel 6, § 1, VII, tweede lid, c), BWHI (bevoegdheid inzake energie) en de federale residuaire bevoegdheden (gasvormige producten die fungeren als grondstoffen).
Zie RvS 12 januari 2009, nr. 189.411, nv Nationale Maatschappij der Pijpleidingen
dinsdag 17 maart 2009
Verplaatsing van leidingen
Labels:
BWHI,
Kabels en leidingen
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten