Pagina's

donderdag 1 april 2010

Waarvoor dienden de 250 miljoen?

Minister Magnette mocht deze week twee keer uitleg geven over het arrest van het Grondwettelijk Hof van 30 maart 2010 (zie hierover mijn vorige post): tijdens de vergadering van de Commissie Bedrijfsleven op 31 maart en tijdens de plenaire vergadering van vandaag, 1 april.

Vandaag speelde Magnette een een-tweetje met zijn partijgenote Karine Lalieux. Buiten een aantal te verwachten lofbetuigingen van de partij aan de fiere minister viel er weinig nieuws te horen.

In antwoord op een vraag van Robert Van de Velde (LDD) somde minister Magnette de bestedingen van de federale regering op die (deels) gefinancierd zijn door de bijdrage van 250 miljoen:

Il se fait que le prélèvement effectué en 2008 a été largement restitué en 2009 au consommateur via une réduction forfaitaire de 30 euros dont ont bénéficié l’ensemble des ménages, via par ailleurs la réduction forfaitaire de 105 euros pour les ménages qui se chauffent à l’électricité et qui ont des revenus jusqu’à 27 000 euros et via notamment les 500 millions de réductions et de crédits d’impôts que le gouvernement accorde tous les ans pour les travaux économiseurs d’énergie chez les particuliers.
Het antwoord van Magnette kan geen antwoord zijn op de vaststelling dat de bijdrage van 250 miljoen voor 2008 niet gebruikt is voor enige beleidskeuze die die heffing zou redelijk zou kunnen verantwoorden.

Zoals ik gisteren al schreef, en zoals Magnette nu bevestigt, heeft de federale regering in 2009 een eenmalige korting gegeven van 30 euro. Het annaliteitsbeginsel van de begroting, omschreven in artikel 174 van de Grondwet, houdt volgens confrater Pascal Boucquey het volgende in:
"Bien compris, le principe de l’annualité contient une double règle: celle de l’antériorité, qui veut que le budget de l’Etat soit voté avant le commencement de l’exercice (si le budget est une autorisation préalable du Parlement, il faut bien qu’il soit voté préalablement à la dépense…); celle de la périodicité, en vertu de laquelle l’autorisation de dépenser ne vaut que pour une année — avec ce corollaire que le budget ne peut donc contenir en principe que des recettes et des dépenses qui se rapportent à une année budgétaire déterminée." (P. BOUCQUEY, "L'article 174 de la Constitution. Quelques propos sur le principe de l'annualité budgétaire", RBDC 2006, 274)
Hieruit volgt theoretisch dat uitgaven voor 2009 gedekt moeten worden door inkomsten uit 2009 en niet door inkomsten uit 2008.

De forfaitaire vermindering van 105 EUR voor lage inkomens is, zoals kamerlid Tinne Van der Straeten terecht opmerkte, een openbare dienstverplichting die geen budgettaire weerslag heeft vermits die kost door de netbeheerder wordt doorgerekend in de tarieven.

Met wat goede wil kan men de fiscale stimuli voor energiebesparende investeringen aan de repartiebijdrage linken. Maar waren die stimuli ook niet bedoeld voor het economisch relanceplan van de regering?
Share/Bookmark

Geen opmerkingen:

Een reactie posten