De CREG zette gisteren haar ontluisterende studie van 27 september 2007 over de "Ontoereikende productiecapaciteit in België" online.
Het besluit spreekt voor zich:
"Door een gebrek aan investeringen in de productie tijdens de voorbije jaren, dreigen zich op korte termijn problemen voor te doen tijdens de komende jaren. Het is te laat opdat nieuwe beslissingen tot investeren zouden toelaten deze problemen op korte termijn op te lossen. Slechts enkele maatregelen zouden deze problemen nog te gelegener tijd kunnen verzachten. Daartoe mag men zeker het in dienst houden van de oude thermische centrales rekenen zolang er geen nieuwe productiecapaciteit beschikbaar is om ze te vervangen. Andere maatregelen dienen zeker overwogen te worden op het vlak van de netexploitatie, om de grootst mogelijke beschikbare netto invoercapaciteit te waarborgen. In dat verband zou de manier waarop ELIA de dwarsregeltransformatoren die begin 2008 geïnstalleerd worden zal beheren van doorslaggevend belang kunnen zijn.
Op langere termijn laat de in de studie voorgestelde kalender voor investeringen in het centrale park toe het risico vanaf 2012 op een aanvaardbaar peil te houden. Het in aanmerking genomen type van investeringen mag echter niet beschouwd worden als de enige mogelijke oplossing, maar veeleer als een richtsnoer dat orden van grootte van te investeren capaciteit aangeeft. Het valt immers buiten het kader van deze studie om te bepalen hoe men de noodzakelijke diversificatie van de middelen (kernenergie, gas, steenkool, hernieuwbaar, beheersing van de vraag en energie-efficiëntie) in het werk kan stellen ten einde tot het best mogelijke compromis te komen tussen de economische doelstellingen, de waarborg van een geopolitiek aanvaardbare bevoorrading in primaire energie, de doelstellingen op sociaal vlak en het nakomen van de internationale verbintenissen van België inzake leefmilieu.
De concrete verwezenlijking van de projecten voor investeringen in productiecapaciteit die op dit ogenblik in de steigers staan en het opduiken van nieuwe projecten vereist echter een stabiel klimaat op het vlak van energie- en milieubeleid. Zo wacht de markt vast en zeker op een “definitieve” beslissing over het al dan niet vasthouden aan de uitstap uit kernenergie, tenminste voor de centrales waarvan het scharnierpunt in 2015 ligt. Het wettelijk buiten dienst stellen van deze kerncentrales vereist bijkomende investeringen in productiecapaciteit om hun wegvallen te compenseren. Van de andere kant vereist het eventueel in dienst houden ervan (artikel 9) dat de exploitant van deze centrales op zeer korte termijn de nodige brandstof moet reserveren om ze in werking te houden (termijn tussen aankoop van ruwe splijtstoffen en hun plaatsing in de reactor).
Verder is het noodzakelijk een beleid op te stellen ter bevordering van de investeringen in bijkomende productiecapaciteit, indien mogelijk door andere marktspelers dan de dominante producent. Op dit gebied doet men er zeker beter aan te vermijden de marktprijzen op kunstmatige wijze te beïnvloeden. Daarentegen is het wel wenselijk om voorrang te geven aan maatregelen die de aantrekkingskracht van de Belgische markt voor mogelijke nieuwkomers vergroten. In dat verband zou het opstellen van een transparant, niet discriminerend en aantrekkelijk beleid met betrekking tot het tarief voor de aansluiting van nieuwe productie-eenheden, alsook een efficiënte toepassing van artikel 4, §4, van de elektriciteitswet, zeker het overwegen waard zijn.
Tot slot is het eveneens wenselijk om in het licht van de Belgische behoeften aan productiecapaciteit de wisselwerking na te gaan tussen de milieubeschermingsmaatregelen, waaronder de allocatieplannen voor de CO2-emissierechten, en de aantrekkingskracht van België voor potentiële investeerders in nieuwe productiecapaciteit voor elektriciteit, onder meer voor diegenen die willen investeren in eenheden die steenkool verbranden."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten