Pagina's

vrijdag 28 maart 2008

Convergentie in het akkoord van de Groep der Wijzen over de staatshervorming

In de Senaat hebben senatoren van alle fracties die betrokken waren bij de Groep der Wijzen en bij de Octopuswerkgroep het Voorstel van bijzondere wet houdende institutionele maatregelen ingediend.

De Groep der Wijzen was het ook eens dat de bevoegdheden van gemeenschappen inzake omroep moesten aangepast worden aan de actuele rechtspraak van het Grondwettelijk Hof en de invulling die hij aan deze bevoegdheid geeft.

Volgens de laatste definitie van het begrip "omroep" zijn "de gemeenschappen (...) bevoegd voor de via die infrastructuur aangeboden radio-omroepdiensten, die ook de televisie omvatten, met inbegrip van de diensten die openbare informatiegegevens verstrekken die vanuit het oogpunt van degene die uitzendt, voor het publiek in het algemeen of voor een deel ervan bestemd zijn en geen vertrouwelijk karakter hebben, zelfs wanneer ze op individueel verzoek worden uitgezonden en ongeacht de techniek die voor het uitzenden ervan wordt gebruikt. Een dienst die geïndividualiseerde en door een vorm van vertrouwelijkheid gekenmerkte informatie levert, valt daarentegen niet onder de radio-omroep." (Arbitragehof, nr. 128/2005, 13 juli 2005, overw. B.7.2.)

Daarom omvat het ontwerp van bijzondere wet een nieuwe invulling van de bevoegdheid van de gemeenschappen inzake omroep. De omschrijving van "omroep" wordt vervangen door het begrip "de media en de elektronische communicatie met een niet-vertrouwelijk karakter".

De federale bevoegdheid inzake telecommunicatienetwerken en -diensten blijft echter ongewijzigd.
Share/Bookmark

Bevoegdheden inzake energie na het akkoord der wijzen en de Octopuswerkgroep

In de Senaat hebben senatoren van alle fracties die betrokken waren bij de Groep der Wijzen en bij de Octopuswerkgroep het Voorstel van bijzondere wet houdende institutionele maatregelen ingediend.

Wat energie betreft, voorziet het voorstel in:
- de overheveling naar de gewesten van de bevoegdheden inzake tarieven van gas- en elektriciteitsdistributie;
- de overheveling naar de gewesten van de bevoegdheid met betrekking tot het prijsbeleid inzake levering van elektriciteit en gas via de gewestelijke distributienetten en netten voor lokaal transport wat de niet-residentiële klanten betreft.

De federale overheid blijft echter bevoegd voor het vaststellen van prijzen voor de levering van aardgas en elektriciteit via diezelfde netten aan residentiële klanten.

Is er iemand die mij kan vertellen wat "het prijsbeleid inzake levering van elektriciteit en gas via de gewestelijke distributienetten en netten voor lokaal transport wat de niet-residentiële klanten betreft" inhoudt?
Share/Bookmark

Wijziging van de heffingen op niet of onderbenutte productiesites

Het ontwerp van programmawet dat neergelegd is in de Kamer van Volksvertegenwoordigers bevat een wijziging van de wet van 8 december 2006 tot vaststelling van een heffi ng ter bestrijding van het niet benutten van een site voor de productie van elektriciteit door een producent.

Volgens de memorie van toelichting bevatte deze wet een aantal onvolkomenheden. Het ontwerp bepaalt dat het bedrag van de heffing vastgelegd is op 125 euro per m² die de productiesite beslaat.

De totale heffing mag niet hoger mag liggen dan 3 % van het aandeel van de omzet van de elektriciteitsproductie die de debiteur van de heffing op de Belgische elektriciteitsmarkt heeft verwezenlijkt. In de memorie van toelichting wordt verder gesteld:

Daarenboven hebben deze wettelijke bepalingen niet als gevolg dat de producent geen aanspraak kan maken op zijn eigendomsrecht van de niet of weinig gebruikte sites. In hoofdzaak gaat het erom de productiesites te belasten waarvoor een productievergunning verkregen werd maar die bewust onvoldoende geëxploiteerd of gebruikt worden. De bedoeling is inderdaad om de producent aan te moedigen om zijn zakelijk recht op deze niet of weinig gebruikte sites over te dragen aan andere operatoren. Het staat de debiteur echter vrij om over deze overdracht van zakelijk recht te onderhandelen met de derde personen van zijn keuze.

Share/Bookmark

BTW op groenestroomcertificaten

In zijn beslissing van 26 februari 2008 oordeelt de BTW-administratie dat de verhandeling van groenestroomcertificaten een dienst is zoals bedoeld in het BTW-Wetboek. De overdracht van groenestroomcertificaten is volgens de BTW-administratie dus aan BTW onderworpen tegen het normaal tarief van 21%, wanneer deze overdracht in België plaatsvindt. Terzake is volgens de administratie geen enkele vrijstelling van toepassing.

De administratie komt tot deze beslissing "na grondig onderzoek betreffende zowel de intrinsieke kenmerken van de groenestroomcertificaten als de wijze waarop zij op fiscaal vlak worden behandeld in de verschillende Europese landen die voor de invoering van een dergelijk systeem opteerden". Uit dit onderzoek zou moeten blijken dat "de groenestroomcertificaten eerder verwant zijn met rechten die vergelijkbaar zijn met licentierechten en dat het onjuist is deze nog te beschouwen als verhandelbare titels (andere dan aandelen of obligaties) te beschouwen zoals bedoeld in de vrijstelling van voornoemd artikel 44, §3, 10°, BTW-Wetboek".

De beslissing treedt in werking vanaf 1 april 2008.
Share/Bookmark

woensdag 26 maart 2008

Energie tijdens de besprekingen van het Regeerakkoord-Leterme I

Hier vindt u een overzicht van de belangrijkste passages van het debat in de Kamer van Volksvertegenwoordigers over het Regeerakkoord-Leterme I.
Share/Bookmark

donderdag 20 maart 2008

KLIP-Decreet

Op 5 maart 2008 keurde het Vlaams Parlement het decreet houdende de ontsluiting en de uitwisseling van informatie over ondergrondse kabels en leidingen ("KLIP-Decreet") goed.

Het parlement ging hierbij fijntjes voorbij aan de zeer fundamentele bevoegdheidsrechtelijke kritiek van de afdeling wetgeving van de Raad van State. Die meende dat het Vlaamse Gewest voor een zeer groot deel van de nutsvoorzieningen helemaal niet bevoegd was. De Vlaamse regering verdedigde haar (zeer ruime) toepassingsgebied door te verwijzen naar artikel 10 BWHI.

De afdeling wetgeving weerlegde nochtans ook deze piste:

"Wat betreft de kabels en leidingen die niet onder de bevoegdheid van het Vlaamse Gewest vallen, blijkt het ontwerp echter niet aan te sluiten bij enige aan de gewesten overgedragen bevoegdheid. De vaststelling dat “het (…) evident [is] dat de doelstelling van het ontwerp van decreet enkel maar kan bereikt worden indien alle kabel en leidinginformatie in het KLIP kan verzameld worden” is in dit opzicht niet relevant: de doelstelling zelf van het ontwerp ligt immers deels buiten het bereik van het Vlaamse Gewest." (Parl.St.Vl. Parl., 2007-2008, nr. 1487/1, p. 47-48)
Share/Bookmark

Nachttarief ook op feestdagen?

In antwoord op een schriftelijke vraag van Melchior Wathelet om het Nachttarief ook toe te passen tijdens feestdagen, stelde de minister van klimaat:

De eventuele uitbreiding van dit tarief tot het verbruik dat wordt geregistreerd op feestdagen dient diepgaand te worden onderzocht, voornamelijk met het oog op de invloed op zowel de eindgebruikers als de leveranciers en de distributienetbeheerders.

Ook zal ik de CREG vragen om over te gaan tot een uitvoerige analyse van dit voorstel, alsook om mij hierover een advies te verstrekken, desgevallend samen met een voorstel tot aanpassing van de reglementaire tariefbepalingen daaromtrent.

Share/Bookmark

Wijzigingen aan de energiewetgeving

De laatste ministerraad van Verhofstadt III heeft in tweede lezing het voorontwerp van programmawet goedgekeurd.

Met betrekking tot energie zal de wet tot vaststelling van een heffing ter bestrijding van het niet benutten van een site voor de productie van elektriciteit door een producent, aangepast worden waardoor het bedrag van de heffing vastgelegd wordt in functie van het aantal m². De drempel van de heffing mag niet meer bedragen dan 3% van het deel van het omzetcijfer dat de elektriciteitsproductie betreft. De heffing bedraagt 125 euro per m².

Verder zullen verbruikers die geen beschermde klanten zijn en die niet meer verdienen dan 20.600 euro netto een korting van 75 en 50 euro op de prijs voor de levering van gas en elekticiteit krijgen. Ook huurders van appartementen in een woning met collectieve installatie hebben recht op de korting.

De ministerraad heeft in tweede lezing ook het voorontwerp van wet met diverse dringende bepalingen goedgekeurd.

Het voorontwerp van wet vertrouwt een aantal bijkomende taken toe aan de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG).

Het voorontwerp stelt verder tarieven in voor de toegang tot de distributienetten voor het lokale of regionale transport van elektriciteit, met uitzondering van de netten die een transportfunctie hebben. Er worden ook toegangstarieven ingesteld voor de distributienetten van aardgas.
Share/Bookmark

Energie in de regeerverklaring Leterme I

Mesdames, messieurs, nous voulons aussi être un gouvernement qui investit dans un environnement sain. En effet, le changement climatique pose beaucoup de questions.

Pour réduire les émissions de gaz à effets de serre, nous miserons davantage – davantage encore qu'aujourd'hui – sur les énergies renouvelables, les bâtiments économes en énergie et les travaux de rénovation qui permettent d'économiser l'énergie. De cette manière, dans le cadre d'une alliance entre environnement et emploi, une multitude de nouveaux emplois verts pourront d'ailleurs être créés. Nous continuerons à encourager les biocarburants à la pompe. Lors du passage de l'énergie fossile à l'énergie "verte", nous veillerons à ce que l'approvisionnement en électricité soit garanti. Le gouvernement élaborera une véritable politique énergétique sociale permettant à chacun de régler sa facture et de maîtriser sa consommation.

En rendant plus verte la politique fiscale, nous voulons encourager les citoyens et les entreprises à vivre et à produire dans un plus grand respect de l'environnement. Nous augmenterons la déductibilité fiscale des investissements économiseurs d'énergie. Les entreprises pourront amortir leurs investissements économiseurs d'énergie plus rapidement ou de manière dégressive. Sur le plan fiscal, nous encouragerons l'achat de voitures répondant aux normes environnementales les plus strictes ainsi que le placement d'un filtre à particules.

Il est également possible de réduire les émissions de gaz à effets de serre en restreignant l'usage de la voiture et en investissant dans de nouveaux trains et dans des projets ferroviaires innovateurs, de manière à ce que davantage de gens puissent utiliser les transports en commun.
Share/Bookmark

dinsdag 18 maart 2008

En nog een commissie

Na de Commissie-Ampère en de Commissie 2030 en ondanks de noodsignalen die de CREG eerder uitstuurde, zal de nieuwe regering een nieuwe commissie in het leven roepen. Het ontwerp van regeerakkoord bepaalt:

Om de Kyoto-doelstellingen en de Europese en internationale verplichtingen na te leven, met name betreffende hernieuwbare energie en uitstoot van broeikasgassen, de zelfvoorziening van ons land te vergroten, en de energiebevoorrading en structureel betaalbare prijzen te verzekeren, zal de regering voor het einde van juni 2008 een groep van nationale en internationale experts, onder andere het IPCC, installeren om te onderzoeken wat op middellange en lange termijn de ideale energiemix in België moet zijn. Deze groep van experts zal haar verslag voorstellen om de regering in staat te stellen voor het einde van 2009 de nodige beslissingen te nemen. De regering zal de uitbouw van een net voor een gedecentraliseerde elektriciteitsproductie ondersteunen.

Voor eind 2009 (met andere woorden voor 2010) weet niemand wat er met onze elektriciteitsproductie zal gebeuren.

Waarom trekt Electrabel zelf de stekker van de kerncentrales niet uit? Dan moet er geen commissie meer samenkomen om vast te stellen dat België een onoverkomelijk probleem tegemoetgaat.


Share/Bookmark

maandag 17 maart 2008

Rechtstreekse steun voor rationeel energiegebruik is enkel een gewestelijke bevoegdheid

In de Kamer van Volksvertegenwoordigers diende de sp.a-fractie een wetsvoorstel in dat het de federale overheid zou moeten mogelijk maken om de bestaande belastingverminderingen voor energiebesparende uitgaven te vervangen door een rechtstreekse korting op de factuur van deze uitgaven. De federale overheid zou de leverancier of aannemer vervolgens de toegestane korting terugbetalen.

De afdeling wetgeving van de Raad van State oordeelt in zijn advies dat de verschillende overheden uitgaven kunnen doen in het kader van hun overheidsbeleid of in de vorm van subsidies, afhankelijk van de materiële bevoegdheid waartoe die geldmiddelen zijn bestemd. De Raad van State onderzocht of de federale Staat wel bevoegd is om een financieel voordeel toe te kennen voor natuurlijke personen die uitgaven doen "voor een rationeler energiegebruik in een woning". Het antwoord op deze vraag is volgens de Raad ontkennend: krachtens de BWHI zijn de gewesten immers, wat het energiebeleid betreft, inzonderheid bevoegd inzake "het rationeel energieverbruik".

Voor de Raad van State moeten financiële stimulansen die rechtstreeks energiebesparing beogen, beschouwd worden als maatregelen ter bevordering van het rationele energieverbruik in de zin van de BWHI. Hij concludeert dan ook dat de federale Staat niet bevoegd is voor de bij het onderzochte voorstel geregelde aangelegenheid.
Share/Bookmark

Magnette doet het weer

In antwoord op een vraag van volksvertegenwoordiger Bellot in de kamercommissie bedrijfsleven stak minister van energie Magnette zijn afkeer ten aanzien van de vrijmaking van de energiemarkten opnieuw niet onder stoelen of banken:

Mon parti n'a jamais été un très grand supporter de la privatisation et de la libéralisation, en particulier dans les secteurs qui semblent des monopoles naturels. Mais c'est sans joie que nous observons les difficultés du processus en cours.

Share/Bookmark

donderdag 13 maart 2008

Eenmalige aardgasbijdrage ongrondwettelijk

Suez had tot de lezing van pagina 16 van het arrest nr. 54/2008 van het Grondwettelijk Hof op haar beide oren kunnen slapen. Het bedrag van 100 miljoen dat dochters Electrabel en Distrigas gestort hebben om tegemoet te komen aan de eenmalige bijdrage, zoals afgesproken in het kader van de Pax Electrica II, had kunnen terugkomen in de kassa. Het Grondwettelijk Hof besliste immers dat de regeling van het wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I) ongrondwettig is.

Tijdens de parlementaire besprekingen werd verwezen naar "de verbintenis van Suez-Electrabel". In die "eenzijdige verbintenis vanwege Suez-Electrabel, ondertekend door de heren Mestrallet en Hansen" werd blijkbaar bepaald dat "het overgrote deel van de bijdrage door Electrabel zal worden betaald en daarnaast ook een deel door Distrigaz, maar het zal niet worden opgelegd aan de distributienetbeheerders".

Het Hof oordeelde:

B.15. Ofschoon de bestreden bepalingen, gelezen in het licht van de parlementaire voorbereiding, duidelijk ervan doen blijken dat meerdere ondernemingen als belastingplichtig moeten worden beschouwd, bevatten die bepalingen geen criteria aan de hand waarvan het door elke belastingplichtige verschuldigde bedrag kan worden bepaald. Het bestreden artikel 69 bepaalt enkel het totale bedrag van de door de wetgever beoogde opbrengst van de belasting.
B.16. Wanneer de wetgever zich in de onmogelijkheid bevindt om zelf alle essentiële elementen van een belasting vast te stellen omdat de inachtneming van de parlementaire procedure hem niet ertoe zou in staat stellen met de vereiste spoed te handelen om een doelstelling van algemeen belang te verwezenlijken, kan worden aanvaard dat hij de Koning ertoe machtigt zulks te doen op voorwaarde dat die machtiging uitdrukkelijk en ondubbelzinnig is en dat de door de Koning genomen maatregelen door de wetgevende macht worden onderzocht binnen een relatief korte termijn, vastgesteld in de machtigingswet.
B.17. De bestreden bepalingen bevatten geen enkele machtiging op grond waarvan het de Koning zou toekomen om criteria te bepalen met betrekking tot de individuele bijdrageplicht van de in die bepalingen beoogde belastingplichtigen, noch een procedure volgens welke de maatregelen die de Koning in voorkomend geval zou nemen, door de wetgevende macht zouden moeten worden onderzocht binnen een relatief korte termijn.
Vermits de wetgever niet alleen heeft nagelaten om de desbetreffende criteria zelf vast te stellen, maar ook om, wegens uitzonderlijke omstandigheden, de Koning te machtigen die criteria te bepalen, brengen de bestreden bepalingen met zich mee dat het aan de belastingplichtigen zelf toekomt om onderling overeen te komen tot welk bedrag zij zijn gehouden.
B.18. De door de bestreden bepalingen ingevoerde belasting voldoet niet aan de door artikel 170, § 1, van de Grondwet gestelde vereisten.

Het Hof vernietigt die bepalingen, maar "handhaaft de gevolgen" ervan.
Het Hof oordeelt wel dat de « algemene opzet » van die bepalingen, alsmede uit de parlementaire voorbereiding (Parl. St., Kamer, 2006-2007, DOC 51-2760/014, p. 3), worden afgeleid dat "de wetgever de bedoeling had om het marktaandeel van die gasondernemingen in 2005 als criterium te hanteren, wat overigens wordt bevestigd door de Ministerraad".

Zelfs al volstaan die preciseringen niet om de vastgestelde ongrondwettigheid te verhelpen, dienen, rekening houdend met wat is uiteengezet in B.4 tot B.7, met het eenmalig karakter van de maatregel, met de budgettaire gevolgen van de terugwerkende kracht van de vernietiging van de bestreden bepalingen en de daaruit voortvloeiende verstoring van de werking van de openbare dienst, de gevolgen van de vernietigde bepalingen te worden gehandhaafd met toepassing van artikel 8, tweede lid, van de bijzondere wet van 6 januari 1989.

Dit artikel 8, tweede lid, bepaalt dat, "zo het Hof dit nodig oordeelt, het die gevolgen van de vernietigde bepalingen [aanwijst die] als gehandhaafd moeten worden beschouwd of voorlopig gehandhaafd worden voor de termijn die het vaststelt".
Share/Bookmark

dinsdag 4 maart 2008

De Vlakte van de Raan doet weer mee!

Aan de juridische sage rond de Vlakte van de Raan, waarvan mevrouw Soete de eerste woorden schreef met zicht op de eindeloze horizon, heeft de Raad van State op 1 februari 2008 een nieuw hoofdstuk toegevoegd.

Op 27 maart 2002 verkrijgt de tijdelijke vereniging Electrabel – Ondernemingen Jan de Nul een domeinconcessie voor de bouw van een park van 50 windturbines ten noorden van de Vlakte van de Raan. Hiertoe verkrijgt zij op 25 juni 2002 ook een bouwmachtiging, en een exploitatievergunning.

Omdat het windmolenproject op de bewuste locatie fel omstreden is, worden er verschillende annulatieberoepen met een daarbij horende vordering tot schorsing bij de Raad van State ingediend. Sommige beroepen zijn enkel gericht tegen de bouwmachtiging, sommige enkel tegen de exploitatievergunning, en nog andere tegen de beide beslissingen.

Mevrouw Soete (die vanuit haar appartement “een enig uitzicht heeft op de zee en de horizon en vanuit een geprivilegieerde positie dagelijks de zonsondergang kan bewonderen”) en de gemeente Knokke-Heist vechten de bouwmachtiging en de exploitatievergunning van 25 juni 2002 aan voor de Raad van State, die beide beslissingen schorst met het arrest van 25 maart 2003.

Op 19 december 2003 keurt de ministerraad een aantal voorstellen goed met betrekking tot het duurzame beheer van de Noordzee (de exploratie en exploitatie van zeezand en -grind, en op de offshore elektriciteitsproductie). Wat betreft de offshore elektriciteitsproductie stelt de nota één globale zone voor de inplanting van nieuwe windmolenparken, de Thorntonbank, voor.

De minister bevoegd voor economie krijgt de opdracht een koninklijk besluit te maken ter vaststelling van de zone van inplanting voor offshore-elektriciteitsproductie voor wat de nieuwe aanvragen betreft. Met een koninklijk besluit van 17 mei 2004 wordt het koninklijk besluit van 20 december 2000 betreffende de voorwaarden en de procedure voor de toekenning van domeinconcessies voor de bouw en exploitatie van installaties voor de productie van elektriciteit uit water, stromen of winden, in de zeegebieden waarin België rechtsmacht kan uitoefenen overeenkomstig het internationaal zeerecht gewijzigd. Ingevolge dit koninklijk besluit zal de zone waarin windturbines zouden kunnen worden gebouwd en geëxploiteerd gelegen zijn ter hoogte van de Thorntonbank, en dus niet op de Vlakte van de Raan. Het koninklijk besluit is echter enkel van toepassing op aanvragen tot het verkrijgen van een domeinconcessie die ná 30 juni 2004 zijn ingediend. De tijdelijke vereniging Electrabel-Jan De Nul kreeg al op 17 maart 2002 de domeinconcessie voor het windmolenpark op de Vlakte van de Raan.

De minister bevoegd voor de Noordzee deelt in een persmededeling van 31 mei 2005 mee dat hij drie speciale beschermingszones voor vogels en twee speciale zones voor natuurbehoud voorstelt. Tot deze laatste behoort ook de Vlakte van de Raan. Op 8 juli 2005 hecht de ministerraad zijn principiële goedkeuring aan twee ontwerpen van koninklijke besluiten die enerzijds betrekking hebben op gebruikersovereenkomsten en beleidsplannen voor beschermde mariene gebieden, en anderzijds op de instelling van speciale beschermingszones en speciale zones voor natuurbehoud in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België.

Tot verbazing van velen verwerpt de Raad van State in zijn arrest van 30 juni 2005 de vernietigingsberoepen van mevrouw Soete en de gemeente Knokke-Heist. In die procedure ging het hard tegen hard. Electrabel en Jan De Nul voerden zelfs aan dat de ogen van mevrouw Soete, geboren in 1923, dusdanig slecht zouden zijn dat zij onmogelijk de windturbines aan de horizon zou kunnen zien.

In een arrest van 98 pagina’s weerlegde de Raad van State de elf ingeroepen middelen. Dit arrest leidt tot grote consternatie bij de minister van de Noordzee. Electrabel beschikt immers opnieuw over een bouwmachtiging en een exploitatievergunning en kan het windmolenproject op de Vlakte van de Raan de facto starten.

Op 25 juli 2005 beslist de minister van de Noordzee om de ministeriële besluiten van 25 juni 2002 alsnog op te heffen. Op 23 september 2005 vorderen Electrabel en Jan De Nul de schorsing en de vernietiging van deze opheffingsbeslissing.

De Raad van State oordeelt in zijn arrest van 23 maart 2006 dat beide ondernemingen geen moeilijk te herstellen ernstig nadeel inroepen en verwerpt het schorsingsberoep

In het Belgisch Staatsblad van 13 oktober 2005 verschijnt de wet van 17 september 2005 tot wijziging van de wet van 20 januari 1999 ter bescherming van het mariene milieu in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België. Deze wetswijziging heeft onder meer betrekking op de gerichte mariene reservaten, en op de speciale beschermingszones en speciale zones voor natuurbehoud. Op 14 oktober 2005 worden twee koninklijke besluiten genomen:
- het koninklijk besluit tot instelling van speciale beschermingszones en speciale zones voor natuurbehoud in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België. Ingevolge dit koninklijk besluit wordt de Vlakte van de Raan ingesteld als speciale zone voor natuurbehoud (art. 8). In zulk een zone zijn activiteiten van burgerlijke bouwkunde verboden (art. 10, 1)
- het koninklijk besluit betreffende de voorwaarden, sluiting, uitvoering en beëindiging van gebruikersovereenkomsten en het opstellen van beleidsplannen voor de beschermde mariene gebieden in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België.

Electrabel en Jan De Nul vorderen bij verzoekschrift van 30 december 2005 de schorsing en de vernietiging van het koninklijk besluit tot instelling van speciale beschermingszones en speciale zones voor natuurbehoud in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België. De Raad van State verwerpt het schorsingsberoep in zijn arrest van 27 juni 2006 omdat de verzoekende partij opnieuw geen moeilijk te herstellen ernstig nadeel kunnen aantonen.

In de vernietingsprocedure volgt de Raad van State wel de argumenten van Electrabel-Jan De Nul (R.v.St., NV Electrabel, nr. 179.254, 1 februari 2008). De Raad van State stelde:


[Er] geen juridische verplichting bestaat om de Vlakte van de Raan als speciale beschermingszone af te bakenen op grond van de Habitatrichtlijn. Dit betekent evenwel niet dat de verwerende partij dit gebied niet mag beschermen. Een correcte toepassing van de Richtlijn 79/409/EEG brengt mee dat indien een gebied duidelijk veel meer in aanmerking komt om van speciale beschermingsstatus te genieten, bijvoorbeeld omwille van het aantal vogels, de zeldzaamheid van de vogels of de ecologische kenmerken van het gebied, men dit gebied en niet een ander dat veel minder in aanmerking komt voor bescherming zal moeten afbakenen. De aanwijzing van een beschermingsgebied moet steunen op wetenschappelijke criteria die voor het betrokken gebied concreet moeten worden getoetst.

[De verwerende partij] stelt dat zij zich heeft laten leiden door de omstandigheden dat de Nederlandse overheid zich voorneemt om de kustzee voor Nederland, met inbegrip van het Nederlandse deel van de Vlakte van de Raan, als habitatgebied te beschermen en dat de Vlaamse minister voor Leefmilieu vraagt om voor het Belgische deel van de Vlakte van de Raan hetzelfde te doen (...). Uit de gegevens van de zaak blijkt echter een opvallend verschil in de gevolgde werkwijze voor het aanduiden in het bestreden besluit van de drie speciale beschermingszones en de speciale zone voor natuurbehoud "Trapegeer Stroombank Gebied" enerzijds en de speciale zone voor natuurbehoud "Vlakte van de Raan" anderzijds. De aanwijzing van de vier eerste zones wordt in de aanhef van het bestreden besluit verantwoord door een opsomming van wetenschappelijke criteria (...). De aangehaalde gegevens gaan klaarblijkelijk terug op de wetenschappelijke adviezen (...) waarnaar eveneens in de aanhef wordt verwezen. Voor de aanwijzing van de "Vlakte van de Raan" in de aanhef van bestreden besluit wordt
als enige specifieke verantwoording overwogen: "Overwegende de aanduiding van de Vlakte van de Raan als speciale zone voor natuurbehoud in het voorstel van de Projectdirectie Ontwikkelingsschets Schelde-estuarium in haar scenario 2010 en het grensoverschrijdend karakter van deze zandbank".

Als recente wetenschappelijke gegevens voor de aanduiding van de Vlakte van de Raan verwijst de verwerende partij in haar memorie van antwoord naar het rapport "Gebieden met bijzondere ecologische waarden op het Nederlands Continentaal Plat" (april 2005) (...). Het blijkt niet (...) dat in deze studie het Belgische deel van de Vlakte van de Raan werd onderzocht. (...) In de studie werd er van uitgegaan dat België op het Belgische deel van de Vlakte van de Raan een windmolenpark zou bouwen. De Nederlandse
regelgeving maakt het echter mogelijk om binnen een beschermingszone van de
Habitatrichtlijn een windmolenpark op te richten om "dwingende redenen van groot
openbaar belang". Het bestreden besluit maakt dit evenwel niet mogelijk binnen de
speciale zones voor natuurbehoud. (...) Om deze redenen kan de voormelde studie niet beschouwd worden als de wetenschappelijke verantwoording voor de aanduiding van het
Belgische deel van de Vlakte van de Raan als speciale zone voor natuurbehoud.

(...) Indien de redenering die de verwerende partij in haar laatste memorie ontwikkelt wordt gevolgd (...) dan zou ook in België het gehele zeegedeelte dat aansluit bij het Schelde-estuarium beschermd moeten worden. Artikel 8, 2/, van het bestreden besluit vat de Vlakte van de Raan evenwel binnen zeer nauwe grenzen waarvoor tot op vandaag geen verantwoording op grond van wetenschappelijke criteria voorligt.

De verwerende partij geeft niet aan op welke wetenschappelijke criteria de afbakening van artikel 8, 2/, van het bestreden besluit gesteund werd. In het kader van een beroep tot nietigverklaring moet, noch mag de Raad van State afzien (...) van
de vernietiging van de aangevochten bepaling op grond van "belangenafweging of
het algemeen belang".

De Raad van State vernietigt dan ook artikel 8, 2/, van het koninklijk besluit van
14 oktober 2005 tot instelling van speciale beschermingszones en speciale zones
voor natuurbehoud in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België.

Share/Bookmark