Pagina's

donderdag 4 mei 2017

Ondanks duidelijke stellingnames van de minister blijft de onduidelijkheid over de rolverdeling rond warmtenetten

In antwoord op een vraag van Michèle Hostekint (sp.a) probeerde minister Tommelein in de commissie energie van het Vlaams Parlement gisteren de distributienetbeheerders tot bedaren te brengen. Mevrouw Hostekint vroeg, net zoals wij dit al deden in een eerder post, of de minister meende dat "het beheer van warmtenetten geen exclusieve aangelegenheid mag zijn en dat er, naast publieke distributienetbeheerders, ook private spelers zich zouden moeten kunnen aandienen in deze warmtenetprojecten".

De minister was duidelijk:

"[Een exclusiviteit voor de distributienetbeheerders] staat haaks op de geest van het decretaal kader aangaande warmtenetten, dat zeer recent werd aangenomen. Via dit decreet is er expliciet voor gekozen om warmtenetten maximale kansen te geven en dus niet op voorhand bepaalde spelers uit te sluiten. Een exclusief gebruiksrecht is daarom volgens mij niet conform de beleidskeuzes die op Vlaams niveau zijn gemaakt."
Volgens de minister is het niet de bedoeling dat een gemeente elke andere aanvraag voor de uitbouw van een warmtenet onder haar straten, pleinen en lanen weigert, of de projectontwikkelaars dwingt om samen te werken met Eandis of Infrax. Zulke weigeringen stroken, volgens de minister, niet met het Energiedecreet. Het decreet gaat uit van een principieel gebruiksrecht. De gemeente kan voorwaarden opleggen. Maar daardoor mag hij niet één welbepaalde partij bevoordelen ten opzichte van andere marktpartijen.

Zijn partijgenoot Willem-Frederik Schiltz was wat genuanceerder: "We moeten de gemeenten de vrijheid laten om te kiezen op welke manier ze het potentieel in hun gemeente willen en kunnen ontgrendelen." Versta: als een gemeente wil samenwerken met een distributienetbeheerder en niet met private partijen, dan moet dat kunnen.

Ook zijn collega-bestuurder van Infrax, Andries Gryffroy, vond de minister "te stringent":
"Verder had ik ook begrepen dat de feitelijke uitvoering en het feitelijk beheer niet moeten gebeuren door het Warmtebedrijf Vlaanderen. Dat moet dan worden aanbesteed en dan komen de privéspelers in aanmerking voor de uitbouw en het beheer van de warmtenetten."
Versta: de gemeenten kunnen inderdaad het exclusieve gebruiksrecht op hun openbaar domein inbrengen in of overdragen aan de distributienetbeheerders. Het beheer van dat warmtenet moet men (wie is mij niet duidelijk) aanbesteden.

Het debat brengt geen duidelijkheid.








Share/Bookmark

Bevoegdheidsverdeling voor energie - Schematisch overzicht

Vandaag bericht De Tijd over 75 miljoen euro energiebijdrage die de distributienetbeheerders moeten terugstorten aan de eindafnemers. Het artikel besluit: "De netbeheerders en de energiewaakhonden slaagden er maar niet in het eens te geraken over de manier waarop het bedrag teruggestort moet worden. Dat heeft onder meer te maken met juridische vraagtekens in het het door staatshervormingen versnipperde energielandschap."

Hieronder heb ik die versnippering van de bevoegdheden van de federale overheid en de gewesten schematisch proberen voor te stellen:



Na de zesde staatshervorming
Vindplaats en referentie
Levering
Gewestelijk (aardgas)
Gewestelijk en federaal (elektriciteit)
Artikel 6, § 1, VII, eerste lid, a), BWHI
Artikel 6, § 1, VII, eerste lid, b), BWHI
Gesloten distributienetten
Gewestelijk (aardgas)
Gewestelijk en federaal (elektriciteit)
Artikel 6, § 1, VII, eerste lid, a), BWHI
Artikel 6, § 1, VII, eerste lid, b), BWHI
Distributienetbeheer
Gewestelijk
Artikel 6, § 1, VII, eerste lid, a), BWHI
Artikel 6, § 1, VII, eerste lid, b), BWHI
Plaatselijk vervoer
Gewestelijk
Artikel 6, § 1, VII, eerste lid, a), BWHI
Artikel 6, § 1, VII, eerste lid, b), BWHI
Vervoer
Federaal
Artikel 6, § 1, VII, tweede lid, c), BWHI
Distributienettarieven
Gewestelijk
Artikel 6, § 1, VII, eerste lid, a), BWHI
Tarieven voor gesloten distributienetten
Gewestelijk
Artikel 6, § 1, VII, eerste lid, a), BWHI
Tarieven voor plaatselijk vervoersnet (Elia)
Federaal
Artikel 6, § 1, VII, eerste lid, a), BWHI
Vervoers- en Transmissienettarieven
Federaal
Artikel 6, § 1, VII, tweede lid, d), BWHI
Eindprijzen
Federaal
Artikel 6, § 1, VII, tweede lid, d), BWHI
Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost
Gewestelijk
Artikel 35octies Financieringswet
Hernieuwbare energiebronnen op land
Gewestelijk
Artikel 6, § 1, VII, eerste lid, f), BWHI
Hernieuwbare energiebronnen offshore
Federaal
RvS 27 april 1976, nr. 17.569, Koninklijk Belgische Yachting Verbond
Rationeel energiegebruik
Gewestelijk
Artikel 6, § 1, VII, eerste lid, h), BWHI
Productie
Federaal
Artikel 6, § 1, VII, tweede lid, c), BWHI
Kernenergie
Federaal
Artikel 6, §1, VII, tweede lid, b), BWHI
Artikel 6, § 1, VII, eerste lid, f), BWHI
Artikel 6, § 1, II, tweede lid, 2°, BWHI
Grote infrastructuren voor opslag
Federaal
Artikel 6, § 1, VII, tweede lid, c), BWHI
Kleine infrastructuren voor opslag
Gewestelijk?

Studies
Federaal en gewestelijk
Artikel 6, § 1, VII, tweede lid, a), BWHI
Artikel 6, § 4, 5°, BWHI
Internationale vertegenwoordiging
Federaal mits overleg
Artikel 23, § 1, tweede lid, 1°, Elektriciteitswet

Artikel 6, § 1, VII, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen stelt:

"§ 1. De aangelegenheden bedoeld in artikel 39 van de Grondwet zijn:
VII. Wat het energiebeleid betreft:

De gewestelijke aspecten van de energie, en in ieder geval :
a) De distributie en het plaatselijke vervoer van elektriciteit door middel van netten waarvan de nominale spanning lager is dan of gelijk is aan 70 000 volt, met inbegrip van de distributienettarieven voor elektriciteit, met uitzondering van de tarieven van de netten die een transmissiefunctie hebben en die uitgebaat worden door dezelfde beheerder als het transmissienet;

b) De openbare gasdistributie, met inbegrip van de nettarieven voor de openbare distributie van gas, met uitzondering van de tarieven van de netwerken die ook een aardgasvervoersfunctie hebben en die worden uitgebaat door dezelfde beheerder als het aardgasvervoersnet;
c) De aanwending van mijngas en van gas afkomstig van hoogovens;
d) De netten voor warmtevoorziening op afstand;
e) De valorisatie van steenbergen;
f) De nieuwe energiebronnen met uitzondering van deze die verband houden met de kernenergie;
g) De terugwinning van energie door de nijverheid en andere gebruikers;
h) Het rationeel energieverbruik.
 

De federale overheid is echter bevoegd voor de aangelegenheden die wegens hun technische en economische ondeelbaarheid een gelijke behandeling op nationaal vlak behoeven, te weten :
a) De studies over de perspectieven van energiebevoorrading;

b) De kernbrandstofcyclus;
c) De grote infrastructuren voor de stockering; het vervoer en de produktie van energie;
d) de tarieven, met inbegrip van het prijsbeleid, onverminderd de gewestelijke bevoegdheid inzake de tarieven bedoeld in het eerste lid, a) en b)."




Share/Bookmark