In zijn arresten van 27 april 2010 oordeelde de Raad van State dat de retributies die door dit besluit opgelegd zijn aan de private gebruikers van het gewestelijke openbaar domein. Volgens de Raad staat de hoogte van de retributies in verhouding tot de dienst die verstrekt wordt door de overheid:
Anders dan verzoekende partij beweert ligt derhalve wel een beredeneerde verantwoording voor van de vastgestelde bedragen in relatie tot het belang van de geleverde overheidsdienst. Verzoekende partij toont niet aan dat de vergoeding, aldus vastgesteld, niet in een redelijke verhouding tot de gepresteerde dienst staat. Spontaan dringt die vaststelling zich evenmin aan de Raad van State op.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten